Conclusie

In de jaren 50 kwam er in Nederland een nieuwe jeugdcultuur: de nozems. Zij nam bezit van de openbare ruimte en daagde openlijk het gezag uit. Ze wilden zich niet meer binden aan een jeugdbeweging, partij of kerk. Ze waren op zoek naar vrijheid en nieuwe mogelijkheden die de opkomende consumptiemaatschappij bood. De nozems waren verdeeld in groepen. Bekende groepen zijn de Dijkers en Pleiners. Het grote verschil tussen de twee was dat de Pleiners artistiek waren en redelijk waren opgeleid. De Dijkers hielden zich juist bezig met rock 'n' roll en hadden vetkuiven en droegen de welbekende leren jasjes. Verder waren ze lager geschoold dan de Pleiners. Beide groepen hadden een hekel aan geuniformeerd gezag. Verder waren er ook nog Kuiven en Indorockers waarbij de verhouding vaak gespannen was. Soms werd er onderling gevochten maar meestal bleef het bij schelden.Het ging de nozems niet om een goed loon, prettige arbeid of bestaanszekerheid. Het ging ze om een volstrekte levensvervulling, iets wat elke zenuw en hartvezel zou raken.De komst van deze nozems was het begin van de vrijheid van de jongeren. Door hen kreeg de jeugd steeds meer te zeggen en kenden ze meer vrijheid. Als de nozems nooit tegen het gezag hadden gestreden had de jeugd van tegenwoordig een stuk minder voor het zeggen.